Met dank aan Annie

De langste zomer van mijn leven beleefde ik in het jaar dat ik van groep 2 naar groep 3 ging. Het was een zomer vol spanning: in augustus zou het schooljaar weer beginnen en zou ik leren lezen en schrijven. Wat een ellende! Ik weet niet meer precies waarom ik het zo erg vond, maar ik kon blijkbaar niets bedenken dat verschrikkelijker was dan leren lezen en schrijven. Mijn ouders, allebei enthousiaste lezers, begrepen er niets van en verzekerden me ervan dat ik het leuk zou gaan vinden. Niets hielp: met de grootste tegenzin begon ik aan de stomme eerste schooldag, op de stomme school met de stomme leraar. 

Eenmaal op school was dat gevoel snel verdwenen. Mijn leerkracht, meester Knapen, was helemaal niet stom. Hij was aardig en maakte bovendien prachtige krijttekeningen op het schoolbord om het leren lezen gemakkelijker en leuker te maken. Binnen een dag was ik om: leren lezen en schrijven was geweldig! 

(Het was overigens dezelfde leerkracht die later in het jaar ontdekte dat drie vingers van mijn rechterhand wat krom staan. Want hoe graag ik nu ook wilde, mooier werd mijn handschrift niet. Mijn vulpen werd voorzien van een vasthoud-hulpstukje en ik kreeg extra lessen in de hoop op verbetering. Na nog 31 jaar oefenen durf ik wel te zeggen dat het niet helpt: ik ben een redacteur met een artsen-handschrift. Drie hoeraatjes voor het toetsenbord.

De liefde voor het geschreven woord groeide in rap tempo. Van ‘aap, noot, mies’ tot ‘vuur op de tak’ en van ‘Jip en Janneke’ tot ‘Madelief’: ik kon er geen genoeg van krijgen. Vanaf groep 4 begon het wat uit de hand te lopen. Overdag zat ik te knikkebollen omdat ik ’s avonds in bed eindeloos lag te lezen. Mijn moeder greep in. Eerst door te komen zeggen dat ik het boek weg moest leggen en de lamp uit moest doen, daarna om mijn zaklamp mee te nemen en uiteindelijk door het boek in beslag te nemen. Wat ik dan weer oploste met een ander boek en een extra zaklamp. 

Het eerste boek dat me echt in vervoering bracht, was Pluk van de Petteflet van Annie M.G. Schmidt. Met het rode kraanwagentje, de familie Stamper, Zaza de kakkerlak, Langhors en de Majoor, meneer Pen, Dollie de Duif en Aagje Helderder. Het was een andere wereld, waar ik als bezoekertje tijdelijk naartoe mocht gaan en later telkens naar terug mocht komen. 

Dus toen ik in 2012 een bedrijfsnaam mocht kiezen, werd het Studio Helderder. Niet bijzonder handig. De tweede ‘der’ gaat met enige regelmaat verloren bij het invoeren van mijn web- of e-mailadres. En Pluk is minder bekend dan ik vooraf dacht, dus de verwijzing is ook niet altijd helder (ha!). Maar af en toe vraagt iemand: ‘Jouw bedrijfsnaam… Heeft dat met Pluk te maken?’ En dan mag ik vertellen over het prille begin van mijn liefde voor taal, de vervoering van verhalen en mijn keuze om redacteur te worden. Mijn ouders hadden dus gelijk… Ik ben nu wel blij dat ik heb leren lezen en schrijven.

Vorige
Vorige

Een goed gesprek is als een minirok

Volgende
Volgende

Handige hulplijnen